Het ontstaan van de KATTENBOSCH
een geschiedenis in 3 delen door Maurice Lemmens (tekst) en Kees Wuisman (archiefwerk)
Deel 1 Waarin Karel en Frans gehakt maken van eenheidsworst
Eind jaren 50, begin 60 in de vorige eeuw was er in Nederland veel woningnood. Er werd daarom in flink tempo gebouwd, ook in ’s-Hertogenbosch. De lijst met woningzoekenden werd afgewerkt zonder rekening te houden met gezinsgrootte of speciale wensen. In de Kruiskamp verrees een nieuwe wijk met honderden goed bruikbare huizen, maar zonder enige variatie. Zo kreeg een gezin met vijf kinderen precies hetzelfde huis als een gezin met twee kinderen. De een woonde te krap terwijl de buurman een hele zolder “over” had. Je kon weigeren, maar dan wist je niet wanneer je weer aan de beurt was.
Eenheidsworst
Bij al die honderden standaardhuizen zat het tv-contact overal op dezelfde plaats. De tv stond dus overal in dezelfde hoek. De plaats van het bankstel-met-schemerlamp was daardoor ook bepaald en de eethoek eveneens. Al die huizen waren op dezelfde wijze ingedeeld door die ene domme contactdoos, die door de architect toevallig op die plaats was ingetekend. De onvrede daarover bij enkele bewoners was mede bepalend voor het zoeken naar een andere aanpak. Een aanpak die recht moest doen aan de behoefte aan inspraak en maatwerk dat recht deed aan individuele behoeften. Daar werd de kiem gelegd voor wat later de Kattenbosch is geworden.
Hippie en hair
Eind jaren 60 was de tijd rijp voor nieuwe ideeën en andere woonvormen. De sociale academies zaten propvol en hadden zelfs een avondacademie. Het was de tijd van communes en de Bhagwan-beweging, de tijd van de musical Hair, van vier gezinnen met één wasmachine en om de beurt op elkaars kinderen passen.
In de periode 1968 – 1970 reden Frans van Dillen en Karel Richel regelmatig samen naar de vergaderingen van de Kunstraad in ‘s-Hertogenbosch. Frans was architect en had zijn bureau in Gemonde. Karel was directeur van de stedelijke jeugdraad en een gedreven idealist. Beiden woonden in de voornoemde Kruiskamp en tijdens hun ritje naar de raad kwam Karel met ideeën om wijken te bouwen met meer persoonlijke inbreng, met mogelijkheden voor hobby’s voor mensen met smallere dan wel met bredere beurs. Dat was Karels droom, maar ook een hartenwens waar Frans warm voor liep. Hij zei: “Als jij voor minstens 20 enthousiaste belangstellenden kan zorgen, dan wil ik mijn bureau achter dat plan zetten.“
De groep Richel
Karel had spoedig vele gegadigden gevonden. Hij had zelfs al een stuk grond in ‘s Hertogenbosch op het oog, maar daar bleek reeds een bestemming voor te zijn. De groep van belangstellenden kwam bijeen in Hotel Metropol. Het was begin 1971 toen Karel en Frans hun plan uitlegden: Een wijk met betaalbare woningen met variatie in de bouw en mogelijkheid voor inspraak op basis van individuele wensen en budgetten. Met dit plan ging de groep enthousiast op zoek naar geschikte locaties in de gemeenten rond ’s-Hertogenbosch. Ze moesten daarbij rekening houden met voorzieningen als winkels en scholen. Maar minstens zo belangrijk was het om rekening te houden met voorwaarden die gemeenten stellen en met bereidheid van gemeenten om medewerking te verlenen aan zo een ‘revolutionair’ plan. Inmiddels wordt bij Bureau Van Dillen een “Groep Richel” gevormd.
Deel 2: Waarin een stichting grazende koeien het (Katten)bosch in stuurt en Nieuw Jerusalem verrijst.
De vorming van de Groep Richel was een cruciaal moment in deze geschiedenis. Die groep bleek inderdaad geen tuig van de richel te zijn, want ze ondersteunden de … ja, wie / wat ondersteunden ze eigenlijk?
Notulen?
Van een georganiseerd verband met een bestuur en leden is immers dan nog geen sprake. Er wordt overlegd zonder te notuleren. Van de eerste bijeenkomsten in Metropol zijn geen sporen van aantekeningen of notulen in enig archief te vinden. Maar zie: Vanaf 15 mei 1971 verschijnen de eerste aantekeningen en wordt er een stichting opgericht met deelnemers als contractanten. Er wordt zelfs een logo ontworpen, en dat gebruiken nu nog steeds! En natuurlijk wordt er een bestuur gekozen. Dat bestaat uit Karel Richel, voorzitter, Renee Gloudemans, vice voorzitter, Ton Vugs, secretaris en M. de Jager, penningmeester. Paul van de Bijl van Bouwmij Consulting wordt aangetrokken als juridisch en financieel adviseur. Later komt er zelfs een tweede secretaris bij i.v.m. het vele werk. Dat is Peter Beuming.
Toch Rosmalen
Het bestuur vraagt notaris Mombers om een stichtingsakte op te maken. Op 16 augustus 1971 passeert de stichtingsakte met de officiële naam Stichting
Bouwgemeenschap. Het wordt nu echt serieus. De stichting moet om te beginnen naarstig op zoek gaan naar een geschikte bouwlocatie. Na veel wikken en wegen blijven uiteindelijk twee gemeenten over waarmee serieus onderhandeld wordt: Rosmalen en Vught. Rosmalen krijgt bij stemming de voorkeur. Doorslaggevend voor de deelnemers is de bereikbaarheid van scholen en winkels: “In Vught moeten we altijd de grote weg oversteken, terwijl in Rosmalen alles op loopafstand is.” Van de 24 aanwezigen stemmen er 22 voor de huidige locatie. Maar die locatie van toen kun je niet vergelijken met hoe het er nu uit ziet.
Het Rosmalen van 1971 is dan nog een zelfstandige gemeente zonder station. Het gemeentehuis, de sauna en de Kattenboschschool (ooit gelegen tussen Donatus en Hoffspoor notarissen.) aan de Hoff van Hollantlaan zaten nog in de planning. Sterker nog: die hele Hoff van Hollantlaan bestond nog niet. De grond waarop wij nu wonen was toen nog grasland waar koeien op graasden. Het lag buiten het dorp langs een pad dat de Kattenbosch heette. Op de bouwlocatie bevond zich alleen nog de leegstaande boerderij van Hanegraaf. Die stond voor een schappelijke prijs te koop en wordt voortvarend gekocht. Daar hebben we tot op heden veel plezier van.
Plan Hondsberg
Hoewel stichting met behoorlijk wilde ideeën komt – we zitten midden in het Hippie tijdperk – verlenen burgemeester Moolenaars en wethouder Van der Valk alle medewerking aan wat het Plan Hondsberg heet. Een hectische tijd breekt aan met veel vergaderingen en besprekingen op alle niveaus. Er vallen mensen af en er komen nieuwe gegadigden bij. Ook het bestuur wisselt regelmatig van samen stelling. Omdat de deelnemers voor elkaar borg staan, moeten onder veel besluiten steeds alle handtekening staan. Dat is erg omslachtig en belastend.
Om de klus overzichtelijker te maken, stelt Rien Ogier van het architectenbureau Van Dillen een werklijn c.q. planning op voor de af te leggen weg vanaf september 1971. Het architectenbureau ontwikkelt een bouwplan voor 125 woningen met een aantal variaties. Naast de ‘rechte’ woningen komen er L- en Z-vormige woningen. Een uitgebreide enquête onder de deelnemers maakt het mogelijk om binnen de gegeven bouwkaders eigen wensen te vervullen. Van Dillen en Richel willen immers geen tweede Kruiskamp bouwen.
Huizen en straten
Natuurlijk wordt er ook een stratenplan ontwikkeld. Kenmerkend daarbij is de ‘voorstraat‘ aan de noordkant en de ‘binnenstraat’ aan de zuidzijde. Alleen de huizen aan de ‘voorstraat’ krijgen garages aan de voorkant. De binnenstraat krijgt huizen met luifels en komt 80 cm lager liggen. Er komen parkeerplaatsen om de wijk autoluw te maken en een groot veld achter de huizen aan de zuidzijde wordt ingericht als openbare speelruimte en als bosplantsoen. Om dat mogelijk te maken, is iedereen bereid een stukje grond in te leveren. Dat veld is nu een prachtig park en nog steeds ons eigendom.
Nummertje 10
In deze fase wordt er ‘flexibel’ met plannen omgegaan. Zo zijn de eerste negen huizen nooit gebouwd. Voor die negen zouden de bestaande huizen aan de Deken van Roestellaan afgebroken moeten worden en dat vonden de participanten niet juist. Dat is de reden waarom de Kattenbosch-huisnummers bij 10 beginnen. Ook over de naamgeving van de straten ontstaat een meningsverschil met de gemeente. De participanten willen graag de naam Kattenbosch voor heel de wijk, terwijl de gemeente voor iedere straat een aparte naam heeft bedacht: Jupiterstraat, Saturnusstraat enz.
Het hele plan zou in meerdere fasen worden gebouwd. De eerste fase bestond uit 50 woningen. De 50 eerste participanten (met aanhang) hebben veel pionierswerk verricht. Zij hebben drie jaar lang het hele proces meegemaakt en ondersteund; vergaderd, beslissingen genomen en tegenslagen geïncasseerd. En er ging nogal wat mis. In feite waren het 50 aparte, zelfstandige huizen. Dat kwam door de geboden ruimte voor individuele wensen.
De bouw begint
Begin 1973 is het zover; de bouw van de eerste fase kan beginnen. Alle
vergunningen zijn verleend, lastige hobbels zijn eindelijk genomen. Paul van de Bijl heeft dankzij deskundig en slim werk nog langer oponthoud voorkomen. Het ontwerp voor onze wijk is klaar. Frans van Dillen heeft een unieke en erg interessante wijk ontworpen waarin de deelnemers graag willen wonen. Iedereen heeft zijn/haar eigen huis ‘getekend’. 50 huizen gaan er nu gebouwd worden. De wei met koeien verandert al snel in een zandvlakte dankzij een razende bulldozer. Er komen pompen en rioolbuizen, bouwmaterialen, stenen en steigers.
“Wij kijken onze ogen uit de kassen en proberen de plaats van ons eigen stulpje te lokaliseren. Wegens de veiligheid en om de bouw niet te verstoren komt er een groot hek om de bouwplaats heen en wij mogen alleen op vrijdagmiddag binnen. Tussen 16.30 en 19.00 uur is de uitvoerder aanwezig voor vragen. Een enthousiaste groep toekomstige bewoners staat iedere week gewapend met camera’s voor de poort te popelen. Een wilgenboompje naast de poort in het hek is als herkenningspunt een soort baken.” aldus Kees Wuisman: “Dat poortje stond voor het huidige nummer 104:
dat was toen ons huis.”
Het ideaal krijgt langzaam vorm. Maar hoe hoger de muren, hoe meer klachten en gemor. Niet zozeer de bewoners, maar vooral de metselaars beginnen steen en been te klagen. Zij hadden nog nooit met zware 2B-blokken gewerkt. “Die grijze stenen zijn goed voor kippenhokken en het moet ook nog in schoon metselwerk worden uitgevoerd! Die bewoners zijn niet goed snik.” De oude spreuk ‘Onbekend maakt onbemind’ was hier pijnlijk van toepassing. En die bewoners ondanks alles maar enthousiast blijven…
De aannemer blijkt zich goed te hebben verkeken op de complexiteit. Hij denkt een aantal identieke woningen te gaan bouwen, maar het blijken 50 unieke gevallen. Hij kan het niet aan en besteedt veel werk uit aan onderaannemers, die ook in de problemen komen. Er worden fouten gemaakt, afspraken niet nagekomen, er wordt slecht werk afgeleverd. Bovendien ontstaat er verwarring door het gebruik van bouwnummers én huisnummers. Daardoor maken de bouwvakkers veel vergissingen en ontstaat er vertraging in de uitvoering van het werk.
Deel 3: Waarin er drie metselaars overblijven, Richel een linde aan z’n broek krijgt en een harmonie de pannen van de boerderij blaast.
Niet alleen de aannemer blijkt zich te vertillen aan de klus. Voor de metselaars is het ook zwaar werk. Zij zijn gewend om met gewone baksteen te werken, maar deze 2B blokken zijn loeizwaar en vragen om een andere aanpak. De pijn in de rug en armen door het ongewoon zware tillen is een van de oorzaken van gemor. Zij blijken onvoldoende op de hoogte van het hele proces en begrijpen dat hele blokkendozen gedoe niet.
Rebellie
Onbegrip maakt na enige tijd plaats voor onwil en die onwil wordt rebellie. Een citaat uit ons Kattenbosch-archief spreekt boekdelen: “Vanmorgen waren er maar 3 metselaars op het werk” (notulen uit een bouwvergadering). Dit soort teksten komen op gegeven moment alarmerend vaak voor in de wekelijkse notulen. Maar deze ene zin vertelt genoeg. De opzichter, de heer Reizinger, wordt na de eerste fase overgeplaatst naar een ander project. Waarschijnlijk heeft hij daar niet wakker van gelegen… Zijn opvolger, de heer Smit, neemt zijn intrek in het woonhuis van de boerderij en niet in de bouwkeet. Hij hanteerde een stillere aanpak. Hij liep langs een muur, zette een kruisje op een steen waar een hoekje af was en liep verder. De volgende dag keek hij of die steen vervangen was.
De ‘bewoners’ zijn van dat alles nauwelijks op de hoogte. Die hebben genoeg te stellen met hun eigen tegenslagen: Een muur op de verkeerde plaats, de
hemelwaterafvoer die boven het aanrecht uitkomt, de vloer die afgewerkt is voor vaste vloerbedekking terwijl er tegels zouden komen. Het maatwerk eist z’n tol. Het blijkt een pijnlijk leerproces voor alle partijen. Want er blijkt inderdaad veel mis te gaan: iedereen heeft inmiddels een klachtenlijst.
Daarbij komt ook nog eens de gehorigheid, terwijl juist voor 2B-blokken was gekozen om de geluidsoverlast te beperken. Morrende metselaars krijgen de schuld in de schoenen geschoven: Die contactdozen, zijn die niet te diep uitgehakt? Is de spouw wel breed genoeg, en schoon?! De dilatatievoegen heten al gauw irritatievoegen. In het eerste blok moet opnieuw gevoegd worden terwijl het al bewoond is. Dat geeft een enorme heisa. “We worden wel weer erg op de proef gesteld.” verzucht menig bewoner.
Vlag in top
De bouw loopt dus regelmatig achterstand op, maar het enthousiasme is niet meer te stuiten. Op 19 februari 1974 bereikt de bouw z’n hoogste punt. Burgemeester Molenaars en Karel Richel hijsen in een plechtige ceremonie de vlag in top. Het is koud en guur weer. Gelukkig is er erwtensoep in de boerderij. Die is schoon gemaakt en geeft beschutting. Het is feest, groot feest: samen zittend in de vroegere koeiengoot soep eten en hoera zingen. Het einddoel komt in zicht. De bouw vordert gestaag en in juni worden de eerste huizen opgeleverd.
Door dik en dun
Die eerste 50 participanten hebben elkaar door dik en dun gesteund om het ideaal van Karel Richel van de grond te krijgen. Juist door tegenslagen leren ze elkander goed kennen en ontstaat er een echte gemeenschap. “We hadden een gezamenlijke verantwoordelijkheid en stonden garant voor elkaar voor 30.000 Gld. Alles bij elkaar bleek het project veel complexer te zijn dan we met z’n allen hadden gedacht… Onze penningmeester raakte overspannen, een aannemer ging onderuit.
We zijn blijven doorvechten en werden een hechte club,” aldus Kees Wuisman: “Toen de huizen opgeleverd werden, hebben we dus geen kennis gemaakt met de buren: dat waren inmiddels al lang vrienden en bekenden geworden, die samen iets prachtigs tot stand hadden gebracht.” Dat proces heeft Karel Richel van te voren ook niet voorzien, maar het zat besloten in zijn ideaal. De lindeboom op het Lindepleintje is een blijvend eerbetoon aan hem.
Nog meer fasen
De huizen in de volgende fasen hebben veel voordeel gehad van die fouten uit het begin. Ondanks alles en vooral door de saamhorigheid van die eerste groep, blijft er een enthousiaste sfeer hangen in de Kattenbosch in wording. Hoewel… als tijdens een van de volgende fasen de hypotheekrente erg stijgt, loopt de animo terug en worden er maar zeven woningen gebouwd.
Na drie bewogen jaren is de hele klus geklaard. Er is iets unieks tot stand gebracht. Dat unieke wordt groot nieuws. In alle grote dagbladen verschijnen artikelen met foto’s. Alle bladen over architectuur, over wonen en bouwen hebben vele pagina’s Kattenbosch in hun edities. Ook de televisie komt filmen. Eerst de Nederlandse en daarna de Duitse. De Kattenbosch wordt vergeleken met woonvormen uit Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Er komen “excursies” van architecten, studenten en andere geïnteresseerden. Wij zijn “nieuws”.
Harmonie Cecilia
De bewoners van Rosmalen – een rustig plattelandsdorp – hoorden al tijdens de bouw dat er iets bijzonders aan de hand was, maar zijn argwanend en wars van het onbekende. Die rare blokkendozen met platte daken krijgen al snel de naam “Nieuw Jerusalem” ook “de Kibboets” wordt een begrip. Aanvankelijk heerst er een grote drempelvrees en vragen de ‘oude’ Rosmalenaren zich af of je daar zomaar mag komen. Gelukkig brengen de leveranciers langzaam een kentering en als op een goede dag de dorpsharmonie komt collecteren voor nieuwe uniformen en ze gul onthaald worden, is het ijs gebroken. Er wordt zelfs afgesproken dat de harmonie
komt spelen als de verbouwde boerderij geopend wordt. Het kan verkeren…
Om de boerderij bruikbaar te maken als gemeenschaps- en vergaderruimte, moest er verbouwd worden. Er kwam subsidie, maar dat hield wel in dat anderen er ook gebruik van moesten kunnen maken. Na een grondige verbouwing heeft het echtpaar Hanegraaf – vroegere eigenaren – op 3 juni 1978 de vernieuwde boerderij plechtig geopend – met muzikale omlijsting van harmonie Cecilia. Dat “beschikbaar” zijn voor anderen is stilletjes omgedoopt naar “betaalbaar” zijn voor anderen. De Boerderij floreert inmiddels als nooit te voren.
Minder goed is het afgelopen met het wilgje. Als de bouwpoort en het hek na de bouw worden afgebroken, houdt het wilgje moedig stand aan de rand van de inmiddels aangeplante bosschages. Maar in 2013 geeft hij als enige en oudste Kattenboschboom vrijwel onopgemerkt de geest; ingehaald door de tijd. Gelukkig geldt dat niet voor de Kattenbosch.